dinsdag 29 mei 2007

Wie denkt u wel dat u bent?

Bent u soms meer dan onze vader Abraham, die gestorven is? Ook de profeten zijn gestorven. Wie denkt u wel dat u bent?’ Jezus antwoordde: ‘Wanneer ik mezelf zou eren, zou mijn eer niets betekenen, maar het is de Vader die mij eert, de Vader van wie u zegt dat hij onze God is, hoewel u hem niet kent. Ik ken hem. Als ik zou zeggen dat ik hem niet ken, zou ik een leugenaar zijn, net als u. Maar ik ken hem wel, en ik bewaar zijn woord. Abraham, uw vader, verheugde zich op mijn komst, en toen hij die meemaakte was hij blij.’ De Joden zeiden: ‘U bent nog geen vijftig en u zou Abraham gezien hebben?’ ‘Waarachtig, ik verzeker u,’ antwoordde Jezus, ‘van voordat Abraham er was, ben ik er.’ Toen raapten ze stenen op om naar hem te gooien. Maar Jezus wist onopgemerkt uit de tempel te ontkomen. Joh. 8:53-59

REFLECTIE
Wie denkt u wel dat u bent? De Joden die met Jezus in debat gingen wisten heel goed wie hij beweerde te zijn, maar zij wilden een duidelijk antwoord horen. En dat duidelijke antwoord kregen zij: “Van voordat Abraham er was, ben ik er.” Hier vereenzelvigt Jezus zich met de IK BEN die zichzelf openbaarde aan Mozes in Exodus 3:14. Met andere woorden, Jezus beweert duidelijk dat hij de oneindige, eeuwige God is!
Wanneer zijn tegenstanders goed geluisterd hadden, lieten de woorden die hij even daarvoor had uitgesproken evenmin veel aan de verbeelding over: “Als u niet gelooft dat ik het ben, zult u inderdaad in uw zonden sterven.” (v. 24). De reactie die Jezus met deze IK BEN woorden oproept, maakt duidelijk dat zijn tegenstanders precies begrepen wat Jezus bedoelde. Zij waren zo verontwaardigd over deze uitspraken, dat zij hem wilden stenigen wegens godslastering. Maar Jezus wist dat zijn tijd nog niet gekomen was, dat dit nog niet de plaats en het moment was om zijn leven te geven. Daarom verstopte hij zich en wist hij onopgemerkt uit de tempel te ontkomen.

GEBED
Heer, uw tegenstanders wisten niet waar u vandaan kwam of waar u naartoe ging. U kwam onopgemerkt de tempel binnen en ging op dezelfde wijze weer weg: als een agent op een geheime missie. Maar in de tempel openbaarde u zichzelf en vertelde u uw tegenstanders niets dan de waarheid. En toen u de tempel verliet, verliet de Waarheid de tempel. In feite ging op datzelfde moment de IK BEN de tempel uit!
Dank u voor deze overtuigende openbaring van wie u bent, Heer Jezus. U liet zien dat u de situatie volledig onder controle had en dat alleen uzelf bepaalde wanneer het moment gekomen was om uw leven voor ons te geven. U verscheen en verdween waar en wanneer u maar wilde. Wij geloven en belijden dat u van de Vader kwam en dat u ook naar de Vader bent teruggekeerd. Wij, uw kinderen, zien vol verwachting uit naar uw terugkomst. Ja, kom Heer Jezus en maak opnieuw kenbaar wie u bent!

maandag 21 mei 2007

Werkelijk vrij

Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde. Nu blijft een slaaf niet voor eeuwig in huis, maar de Zoon blijft wel voor eeuwig. Dus wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn.
Ik weet wel dat u nakomelingen van Abraham bent. Toch wilt u mij doden, omdat er in u geen ruimte is voor wat ik zeg. Ik spreek over wat ik gezien heb bij de Vader, u doet wat u gehoord hebt van uw vader.’ Joh. 8:34-38


REFLECTIE
Het joodse volk is een trots volk. Als afstammelingen van Abraham zijn zij Gods favorieten, zijn uitverkorenen. Johannes schrijft vaak over 'de Joden' en verwijst daarmee naar de religieuze joodse leiders die zich tegen Jezus verzetten. Johannes was een jood, de andere discipelen waren joden en de Heer was een jood (laten we dat niet vergeten!), maar veel volksgenoten verwierpen hem vanwege zijn moeilijke uitspraken en ‘uitzinnige’ claims.
In dit hoofdstuk zijn we getuige van een krachtige confrontatie tussen een groep zelfingenomen mensen en de nederige Dienaar die uit de hemel kwam om zich als de Weg, de Waarheid en het Leven te openbaren. Jezus' woorden waren moeilijk te begrijpen, maar de grootste struikelblokken die zijn toehoorders moesten overwinnen om zijn onderwijs te kunnen verstaan waren hun eigen trots, koppigheid en ongeloof. Alles wat van hen verwacht werd was een houding van nederigheid en oprecht berouw. Maar deze religieuze mensen waren zo verblind door hun valse trots en zo doof door hun geestelijk onbenul, dat zij een arts die hun ogen, oren en hart kon genezen niet eens herkend zouden hebben - al stond hij vlak voor hen!

GEBED
Lieve Jezus, ik wil een zoon zijn van de Vader van de hemellichten en niet een kind van de vader van de leugen. Uw Woord is soms moeilijk te begrijpen, maar toch wil ik u vertrouwen en volgen. Wanneer de waarheid mij in verwarring brengt, wanneer uw woorden van wijsheid mij uitdagen en zelfs verzet bij mij oproepen, dan nog wil ik niet bij u vandaan gaan zoals veel pseudo-discipelen dat deden en doen. Ik heb geduld en nederigheid nodig en ik wil bij u komen met oprecht geloof. Hier ben ik Heer, uw niet-al-te-beste volgeling. Alstublieft, verander mij van binnenuit en vorm mij om tot een echte discipel. Ik wil de waarheid niet vermoorden, ik wil door de waarheid gered, gevormd en bevrijd worden! Ja, waarheid kan pijnlijk zijn als liefde, maar ik heb geleerd dat ik mij aan u kan toevertrouwen, mijn kundige heelmeester. Niet langer wil ik een verloren leven leiden in duisternis, zonde en gevangenschap. Ja, Jezus, ik aanvaard u als de Waarheid en in u ben ik werkelijk vrij!

maandag 14 mei 2007

Zandschrift

Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond. Toen ze bleven aandringen, richtte hij zich op en zei: ‘Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.’ Hij bukte zich weer en schreef op de grond.
John 8:6-8

REFLECTIE
Alle ogen waren gericht op Jezus – en normaal gesproken is dat een goede zaak. Niemand had oog voor de vrouw die daar stond, huilend, vernederd, angstig en wanhopig wachtend op het oordeel.
De wet was streng, de wet was duidelijk en dat wist zij waarschijnlijk ook. Volgens de wet moest deze overspelige vrouw gestenigd worden en aan Jezus de eer om het laatste oordeel uit te spreken…
Waarom waren deze mannen zo geïnteresseerd in het oordeel van Jezus? Johannes vertelt ons dat ze hun vraag 'Wat vindt u daarvan?' alleen stelden om Jezus in de val te laten lopen zodat ze hem konden beschuldigen. De hypocrieten waren totaal niet geïnteresseerd in die arme vrouw die zij misbruikten voor hun valse plan.

GEBED
Lieve Heer Jezus, ik ben zo blij dat het laatste oordeel alleen door u uitgesproken zal worden. Wij zouden allemaal net zo bang en wanhopig zijn als die arme vernederde vrouw wanneer de schijnheiligen van deze wereld het laatste woord hadden. Bij u zijn we veilig, want van u ontvangen we pure gerechtigheid, zuivere liefde en genade.
Zie hoe de hypocrieten met de staart tussen de benen afdruipen. Zie de vrouw, opgelucht, bevrijd en in eer hersteld door u, de enige die in de positie is een zuiver oordeel uit te spreken, omdat u zelf zonder zonden bent. Uw vinger wees niet naar haar en uw stem sprak niet om haar te bedelven onder een woordenregen van beschuldigingen. Ik weet niet wat u in het zand schreef, maar ik weet dat u van deze vrouw hield en haar vrijsprak met woorden van vergeving en genade: ‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’ Zo spreekt mijn Heer!

zondag 6 mei 2007

Iedereen stond versteld

Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: ‘Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift.’ Hiermee doelde hij op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen; de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven. Joh. 7:37-39


REFLECTIE
Ik moet mezelf beperken en geef daarom een kort citaat uit dit prachtige bijbelhoofdstuk, maar lees deze teksten in hun verband wanneer je uitgedaagd, geïntrigeerd en geïnspireerd wilt worden door het Woord van God!
Jezus had tegen zijn broers gezegd: "Gaan jullie maar naar het feest; ik ga niet, omdat de tijd voor mij nog niet rijp is."
De Heer wist dat zijn vijanden erop uit waren hem te pakken te nemen. Hij wachtte op het juiste moment en verraste hen met zijn plotselinge komst. Iedereen was stomverbaasd en diep onder de indruk van zijn kennis en onderwijs. Ja, daar stond hij, de beloofde Messias, omringd door zijn vrienden en vijanden. Hij eiste hun aandacht op en trad hen direct tegemoet. Wat een Heer hebben wij!

GEBED
Lieve Jezus, ik houd van u. Ik kan me gewoon niet voorstellen hoe het voor u geweest moet zijn om tussen de zondaren te leven. Ik weet natuurlijk wel hoe het is om in een zondige wereld te leven, want ik maak daar zelf deel van uit en voel me er thuis. Maar u kwam uit de hemel en u bent perfect, puur, heilig! En ik denk dat uw vijanden juist door uw volmaaktheid uw aanwezigheid niet konden verdragen. Deze zelfgenoegzame mensen hadden er een hekel aan om de waarheid over zichzelf te horen, maar nu werden zij te kijk gezet en keken zij de Waarheid recht in de ogen. Uw vijanden konden u niet uitstaan. Zij vormden een zielig stel verloren mensen die niet tot u, de bron van leven, wilden komen om gered te worden.
Maar er waren gelukkig ook mensen die u wel herkenden als de Messias en wat moeten zij onder de indruk geraakt zijn van uw woorden!
U liet iedereen versteld staan door uw onverwachte komst en publieke verkondiging van de waarheid tijdens dat loofhuttenfeest, en u koos exact het goede moment uit om luidkeels uw oproep te doen: "Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken!" Dat vind ik prachtig! Ja, het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond*, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader... Ik houd van u, Jezus. Of had ik dat al gezegd?

* Het Loofhuttenfeest is het tabernakel-feest. In Johannes 1 staat dat het Woord onder ons getabernakeld heeft, dat wil zeggen: het Woord heeft bij ons gewoond als in een tent / loofhut!