zondag 25 februari 2007

Hoezo onbereikbaar?

Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef mij wat te drinken.’ Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om. Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven.’ Johannes 4:7-10

REFLECTIE
Op een ongebruikelijk tijdstip - terwijl iedereen beschutting zoekt tegen de genadeloos brandende zon - komt een Samaritaanse vrouw bij de bron van Jacob om water te putten. Het is op deze plaats geen probleem dat ze Samaritaans is, maar het feit dat ze op relationeel gebied niet van onbesproken gedrag is - dat zorgt er wel voor dat ze hier liever alleen komt. Als iedereen weg is, lijkt het veilig voor haar om water te gaan halen. Maar waarom zit die Joodse man daar nou nog in de schaduw en wat wil hij van haar? Water? Zelf heeft hij niets bij zich waarmee hij uit deze diepe bron kan putten. Of toch? Ziet hij misschien kans om door te dringen tot haar diepste eenzaamheid en onpeilbare schuld? Kan hij haar verborgen behoeften bereiken met zijn onvoorwaardelijke liefde?

GEBED
Lieve Heer, ik wil geen mens uitsluiten, maar stiekem doe ik dat toch. Het spijt me. Soms sluit ik mezelf ook af van uw bron van liefde, omdat ik me te beschaamd, te schuldig of onwaardig voel om in uw nabijheid te zijn. Maar nu zit u daar en vraagt u mij om een eenvoudige gunst. Met alle plezier, Heer. Wat kan ik voor u doen?
Ik wil graag net zo politiek incorrect zijn als u, Jezus. Ik wil geen mensen negeren of uitsluiten, ik wil niet blind zijn voor hun gevoelens van schaamte of afwijzing. Ik wil doordringen tot hun diepere behoeften aan geborgenheid en acceptatie. Ik kom nu wel bij u Heer, maar ik heb niet eens een lege emmer meegenomen. Sufferd die ik ben. Maar ik heb wel een bodemloze put - een diep verlangen dat alleen door u kan worden vervuld. Kom alstublieft en stort uw liefde in mijn ziel, zodat mijn hart zal overlopen van bewogenheid voor mensen die afgeschreven en afgewezen zijn. Ja, geef me liefde voor de mensen die u zo graag wilt dienen en redden.

zondag 18 februari 2007

Hij moet groter worden en ik kleiner

Er ontstond een discussie tussen de leerlingen van Johannes en een Jood over het reinigingsritueel. Ze gingen naar Johannes en zeiden tegen hem: ‘Rabbi, de man die bij u aan de overkant van de Jordaan was, over wie u een getuigenis afgelegd hebt, is aan het dopen en iedereen gaat naar hem toe!’ Johannes antwoordde: ‘Een mens kan alleen ontvangen wat hem door de hemel gegeven wordt. Jullie kunnen van mij getuigen dat ik gezegd heb: “Ik ben de messias niet, maar ik ben voor hem uit gezonden.” De bruidegom krijgt de bruid; de vriend van de bruidegom staat te luisteren en is blij dat hij de stem van de bruidegom hoort. Dat vervult mij met grote vreugde. Hij moet groter worden en ik kleiner. (Johannes 3:25-30)

REFLECTIE
Johannes de Doper had beleefd een stapje terug gedaan toen hij zijn Messias zag. Als baby was hij al in de moederbuik van blijdschap opgesprongen vanwege zo'n bijzondere ontmoeting - en als volwassen man kent hij eveneens zijn plaats. Jezus is Heer, dat geldt ook voor Johannes de Doper! De vriend van de bruidegom moet niet proberen alle aandacht op zich te vestigen, de vriend van de bruidegom is gewoon blij dat hij van de partij mag zijn. Johannes staat te luisteren als Jezus spreekt, Johannes staat te stralen als Jezus schijnt... Als dat zijn Heer groot maakt, wil Johannes best kleiner worden. Letterlijk zelfs, als dat moet.

GEBED
Heer, wat laat U ons toch veel zien door uw prachtige Woord en wat laat u ons genieten van prachtige mensen, kinderen van U! Johannes de Doper, een ruwe verschijning met een verfijnd hart - wat een getuige van zijn Heer! Hij vond het geen probleem dat de mensen bij hem vandaan gingen om naar zijn Meester over te lopen. Hoe meer zielen bij Jezus, hoe meer vreugde bij Johannes! Jezus moet groter worden en ik kleiner. Dat is ook mijn gebed, Vader. Laat mij maar reflecteren, beschijn mij met uw Licht.

maandag 12 februari 2007

Water en Geest

‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest. Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. Wees niet verbaasd dat ik zei dat jullie allemaal opnieuw geboren moeten worden. De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’ Johannes 3:5-8

REFLECTIE
Het zijn niet de evangelisten of televisiedominees die bedacht hebben dat een mens opnieuw geboren moet worden. Jezus - de Zoon van God - heeft dit ons verteld. Kun je zijn boodschap negeren? Opnieuw geboren worden... hoe moeilijk kan dat zijn? Ik kan me, net als Nikodemus, niets herinneren van mijn eerste geboorte. Ik zie, net als deze religieuze Joodse leider - geen kans om voor de tweede keer de moederschoot binnen te gaan om als kleine baby terug te keren. Je kunt wel zien dat Nikodemus een Farizeeër was. Hoezo? Omdat hij alles zo letterlijk nam. Jezus maakt duidelijk dat de tweede geboorte een geestelijke zaak is. En net als bij je eerste geboorte, moet je het laten gebeuren. Geef jezelf over, durf heel klein te worden en laat Gods Geest je de nieuwe levensadem inblazen!

GEBED

Vader, hoe moeilijk kan het zijn? Ik dank U dat ik opnieuw geboren ben. Dat is gelukkig niet mijn werk geweest, maar alleen het werk van uw Geest. Ik ben uw gewenste kind, het was niet mijn keuze dat ik voor de eerste keer geboren werd. U bent mijn liefhebbende Vader, het is wel mijn keuze om mijn leven opnieuw aan U toe te vertrouwen. Grote Verlosser, op dit moment vraag ik U: laat ieder die dit leest klein worden voor U en deze keuze maken om voor de tweede keer geboren te worden; dit keer door het reinigende badwater van uw vergeving en door de krachtige inblazing van uw Heilige Geest. Amen!

Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Johannes 3:16

zaterdag 3 februari 2007

Omarming

Toen Jezus op Pesach in Jeruzalem was, kwamen veel mensen tot geloof in zijn naam, omdat ze de wondertekenen zagen die hij deed. Maar Jezus had geen vertrouwen in hen, omdat hij hen allemaal kende, en niemand hoefde hem iets over de mens te vertellen, want hij wist zelf wat er in een mens omgaat. Johannes 2:23-25

REFLECTIE
Jezus deed spectaculaire tekenen en de mensen konden gewoon hun ogen en oren niet geloven. Was het vreemd dat men massaal achter Hem aanliep? Jezus was een echte wonderdoener en keer op keer deed Hij iedereen versteld staan door zijn ongehoorde woorden en ongekende daden. Ja, ik geloof dat Jezus heel veel volgelingen had. Of moet ik zeggen: bewonderaars? Want wat bleef er over van deze grote fanclub toen de held weigerde om mee te spelen in hun Superstarfilm? Waar bleven zij toen Hij zijn leven wilde geven voor een hoger doel dan een aards koninkrijk?
GEBED
Lieve Heer, uw pijnlijke vraag -"Willen jullie ook soms weggaan?" - klinkt na in mijn oren en raakt mij in mijn hart. Ik wil niet slechts een bewonderaar zijn, ik wil U daadwerkelijk volgen. Ja, ik weet dat dit betekent dat ik uw kruis moet opnemen en dat sommige mensen me uit zullen lachen, bespotten en zelfs haten. Dat is dan maar zo. Heb ik een andere keuze, Heer? Ik kan niet zonder uw woorden van eeuwig leven. Ik weet dat U mijn getuigenis niet nodig hebt, maar ik wil deze wedloop afleggen tot de eindstreep waar ik U zien zal met uw armen wijd uitgestrekt. Deze keer om mij te omarmen.