maandag 19 mei 2008

Kleine wereld, grote God

Het is deze leerling die over dit alles getuigenis aflegt, en het ook heeft opgeschreven. Wij weten dat zijn getuigenis betrouwbaar is. Jezus heeft nog veel meer gedaan: als al zijn daden, een voor een, opgeschreven zouden worden, zou de wereld, denk ik, te klein zijn voor de boeken die dan geschreven moesten worden. (Joh. 21:24,25)

REFLECTIE

Een grote God en een kleine wereld. Zo begon Johannes zijn verhaal over Jezus. ‘Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet.’* Aan het eind van zijn verslag komen we Johannes opnieuw tegen en het lijkt wel of hij met een glimlach tegen ons zegt: Wat een grootse geschiedenissen, wat een kleine wereld! En wat een geweldige Heer volgen wij!

In gedachten zie ik hoe Johannes straalt terwijl hij deze woorden opschrijft. De meest indrukwekkende daden van zijn Heer heeft hij op schrift gesteld, maar hij moest natuurlijk een selectie maken. Als hij alle daden van Jezus zou hebben opgeschreven, dan kwam hij tijd, ruimte en woorden tekort.

GEBED
Trouwe God, dank U voor uw Zoon. Wij mochten in de woorden van Johannes iets van zijn grootheid, zijn schitterende uitstraling, zijn genadige goedheid zien. Nog altijd zien we uw liefde weerspiegeld in de woorden die werden opgeschreven door de leerling van wie Jezus hield. Wij hebben genoten van zijn beschrijvingen, geleerd van zijn waarnemingen. Dank U voor uw Woord. Dank U voor het licht dat in ons harten ontstoken is. Laat ons dat licht weerkaatsen, zodat veel mensen U zullen vinden! Amen

* Johannes 1:10

dinsdag 13 mei 2008

Het is niet jouw zaak

Toen Petrus zich omdraaide zag hij dat de leerling van wie Jezus hield hen volgde – de leerling die zich tijdens de maaltijd naar Jezus toegebogen had om te vragen wie het was die hem zou verraden. Toen Petrus hem zag vroeg hij Jezus: ‘En wat gebeurt er met hem, Heer?’ Maar Jezus antwoordde: ‘Het is niet jouw zaak of hij in leven blijft totdat ik kom. Maar jij moet mij volgen.’ Op grond van deze uitspraak hebben sommige broeders en zusters gedacht dat deze leerling niet zou sterven, maar Jezus had niet gezegd: ‘Hij zal niet sterven,’ maar: ‘Het is niet jouw zaak of hij in leven blijft totdat ik kom.’ (Joh. 21:20-23)

REFLECTIE

Johannes blijft indirect over zichzelf schrijven als ‘de leerling van wie Jezus hield’. Waar Petrus voorop gaat, stappen zet, actie onderneemt, blijft Johannes een geduldige volgeling. Niet spectaculair, op het eerste gezicht, maar bij nader inzien bijzonder indrukwekkend. Zie hem daar lopen, in het voetspoor van zijn Meester. Hij heeft ongetwijfeld het gesprek tussen Jezus en Petrus gehoord en daarom kan hij ons er woordelijk verslag van uitbrengen.
Petrus heeft te verstaan gekregen wat hem in dit leven te wachten staat. Hij lijkt amper te beseffen hoe ernstig de woorden van zijn Heer zijn. Petrus draait zich om, kijkt terug en ziet Johannes daar zwijgend lopen. ‘Wat gebeurt er met hem, Heer?’ De Meester neemt geen blad voor de mond. Met zoveel woorden zegt Hij tegen Petrus: Bemoei je niet met de zaken, vriend. Jij moet gewoon doen wat Ik je heb opgedragen.

GEBED
Ik kan het niet helpen, Heer. Ik herken veel van mezelf in Petrus. Graag wil ik zelfverzekerd, slagvaardig, ferm en flink in het leven staan. Wat kost het U een tijd en moeite om de harde kantjes van ons karakter weg te hakken. Wat moet U een geduld hebben met ons en wat zult U vaak zuchten over onze eigenwijsheid, nieuwsgierigheid en bemoeizucht. Hier ben ik, Heer: vertel me wat ik moet doen en laten. Schaaf aan mijn karakter, maak mij bereidwillig, help mij om U te volgen in plaats van U hinderlijk voor de voeten te lopen.

maandag 5 mei 2008

Volg Mij

Waarachtig, ik verzeker je: toen je jong was deed je zelf je gordel om en ging je waarheen je wilde, maar wanneer je oud wordt zal een ander je handen grijpen, je je gordel omdoen en je brengen waar je niet naartoe wilt.’ Met deze woorden duidde hij aan hoe Petrus zou sterven tot eer van God. Daarna zei hij: ‘Volg mij.’ (Joh. 21:18,19)

REFLECTIE

Petrus mag verder leven voor zijn Heer. Maar hij krijgt geen wervende reclamefolder in zijn handen gedrukt met schitterende vergezichten en ronkende teksten. Jezus vertelt zonder omwegen wat zijn stoere leerling te wachten staat: gevangenschap en een martelaarsdood. Het lijkt wel of deze ernstige woorden niet geheel tot Petrus doordringen. Maar Johannes, de leerling die alles opschreef opdat wij in Jezus zouden geloven, windt er geen doekjes om. Jezus volgen betekent risico lopen. Het kost je met zekerheid alles. Maar dankzij de Heer die ons zijn leven gaf, is onze kans op de hemel 100%.

GEBED
Heer Jezus, ik wil U graag volgen, maar ik sta niet te popelen als dit betekent dat ik mijn leven moet geven. Ik houd van dit leven, eerlijk gezegd. Natuurlijk, mijn leven is van U, maar met elke vezel voel ik me nog verbonden met dit aardse bestaan. Ik geloof dat U mij in de loop der tijd steeds verder aan het losmaken bent. Doe het maar, Heer, bevrijd mij maar van alle banden die mij beknellen en gevangen houden. Ik weet niet waar mijn persoonlijke weg hier op aarde eindigt, maar ik twijfel er niet aan dat U mij in het Vaderhuis zult ontvangen. Verlosser, maak mij losser!