maandag 30 april 2007

Laat je niet van de wijs brengen

Daarna trok Jezus door Galilea; in Judea wilde hij niet komen, omdat de Joden daar hem wilden doden. Nu naderde het Joodse Loofhuttenfeest, en daarom spoorden Jezus’ broers hem aan: ‘Blijf toch niet hier, ga naar Judea; dan zien ook je leerlingen het werk dat je doet. Niemand doet toch iets in het geheim als hij bekend wil worden. Als je dit soort dingen doet, laat je dan zien aan de wereld.’ Ook zijn broers geloofden namelijk niet in hem. Johannes 7:1-5

REFLECTIE

Eis je plek op! Maak jezelf bekend! Laat je zien aan de wereld zodat iedereen ontdekt hoe geweldig je bent!
Sommige mensen zijn heel erg ambitieus. Zij willen graag midden in de belangstelling staan en gerespecteerd of bewonderd worden door de massa. En als deze eerzuchtige mensen zelf niet over de eigenschappen of kwaliteiten beschikken om bekend te worden, dan projecteren ze hun ijdele hoop in veel gevallen op iemand anders. Mensen worden vaak door anderen op een voetstuk geplaatst zodat ze daar later vanaf kunnen vallen. Wanneer deze door onszelf opgerichte idolen niet spontaan ten val komen, dan helpen we hen graag een handje. Zodra onze sterren gevallen zijn, kunnen we onszelf weer wat beter en belangrijker voelen.
Op het eerste gezicht waren de woorden van Jezus' broers niet kwaad bedoeld. Maar Johannes benadrukt dat zelfs zij niet in Jezus geloofden. Waarom wilden ze dan dat hij naar Judea ging als dat zo'n levensgevaarlijk gebied voor Jezus was? Wisten ze dat niet? Of kon het hen gewoon niets schelen?

GEBED
Lieve Jezus, het is zo'n voorrecht om uw Woord te mogen bestuderen en meer over u te leren. Het is intrigerend om te zien hoe u wijselijk de adviezen negeerde van mensen die u alleen maar wilden manipuleren. Ik denk dat velen van hen heimelijk hoopten dat u zou vallen en falen. Maar u liet zich niet leiden door de massa. U gaf niet toe aan verleidingen en u was er niet op uit om zoveel mogelijk indruk op mensen te maken. Voor u was alleen de wil van de Vader heilig.
Het is zo treurig dat veel mensen alleen bij u kwamen om nog meer tekenen en wonderen te kunnen zien. Zij waren onder de indruk van uw gaven, maar ze waren totaal niet geïnteresseerd in Degene die ons met zoveel rijke zegeningen overlaadt.
Alstublieft, Heer Jezus, maak mij meer als u. Ik wil uw aanwijzingen volgen en geen aandacht schenken aan al die andere stemmen die mij alleen maar in verwarring willen brengen. Ik wil niet mijn eigen agenda of die van andere mensen volgen. Ik wil alleen geleid worden door uw wil.

zondag 22 april 2007

Naar wie zouden we moeten gaan, Heer?

Veel leerlingen die het gehoord hadden zeiden: ‘Dit zijn harde woorden, wie kan daarnaar luisteren?’ Jezus wist wel dat zijn leerlingen protesteerden en zei tegen hen: ‘Ergeren jullie je hieraan? Maar als jullie nu de Mensenzoon zouden zien opstijgen naar waar hij eerst was? De Geest maakt levend, het lichaam dient tot niets. Wat ik gezegd heb is Geest, en leven. Maar sommigen van jullie geloven niet.’ Jezus wist namelijk vanaf het begin wie er niet geloofden en wie hem zou uitleveren. ‘Daarom heb ik jullie gezegd,’ zei hij, ‘dat iemand alleen bij mij kan komen als het hem door de Vader gegeven is.’ Toen trokken veel leerlingen zich terug en gingen niet verder met hem mee.
Jezus vroeg nu aan de twaalf: ‘Willen jullie soms ook weggaan?’ Simon Petrus gaf antwoord: ‘Naar wie zouden we moeten gaan, Heer? U spreekt woorden die eeuwig leven geven, en wij geloven en weten dat u de Heilige van God bent.’
John 6:60-69

REFLECTIE
Veel leerlingen keerden zich van Jezus af nadat zij deze woorden gehoord hadden: "Waarachtig, ik verzeker u: als u het lichaam van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in u. Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal ik op de laatste dag uit de dood opwekken."
Ik denk dat veel van Jezus' zogenaamde volgelingen geen idee hadden waar hij het hier over had. Zelfs voor ons, mensen die leven in de periode na Christus' offerdood aan het kruis, zijn deze vreemde uitspraken niet eenvoudig te begrijpen.
Aangezien Jezus hier in de synagoge sprak, is het aannemelijk dat deze woorden zijn bijdrage vormden aan de discussie die gewoonlijk plaatsvond na het voorlezen van de Schrift. Op deze wijze probeerde men samen de juiste lezing en uitleg vast te stellen.
Jezus merkt dat zijn volgelingen (niet beperkt tot de twaalf discipelen) boos en gepikeerd waren. Waarschijnlijk vatten zij zijn woorden letterlijk op en dachten zij dat ze daadwerkelijk geacht werden zijn vlees te eten en bloed te drinken. Zelfs nadat Jezus heeft uitgelegd dat zijn woorden Geest en leven zijn, keren veel leerlingen hem de rug toe. Zij vonden Jezus' uitspraken kwetsend en schandalig…

GEBED
Lieve Jezus, het lijkt erop dat u uw ware volgelingen selecteerde uit een grote groep oppervlakkige fans. U probeerde niet een massale aanhang te krijgen en u was er zeker niet op uit om een aardse revolutie te ontketenen. Uw trouwe discipelen heeft u eigenhandig uitgekozen en daarbij liet u zelfs Judas tot de kring van getrouwen toe.
U vraagt dat wij het kruis omarmen en onze verlossing uitsluitend van u verwachten. Vandaag begrijpen wij wel dat u verwees naar uw kruisdood, maar het is nog altijd moeilijk om de verlossende boodschap van uw plaastvervangende offer door te geven aan onze tijdgenoten. Velen van hen keren u ook de rug toe, omdat uw onderwijs onmogelijk met het menselijk verstand te begrijpen is. Help ons alstublieft om uit te leggen dat geloven begint met het overgeven van ons hart en ons verstand. Ja, u beveelt ons deze schokkende, onverklaarbare en schandalige boodschap van het kruis door te geven – en dat is niet bepaald een eenvoudige opdracht. Maar wij weten dat u bij ons bent en wij willen uw gehoorzame, toegewijde discipelen zijn. Wij willen u volgen, niet omdat het evangelie gemakkelijk te begrijpen of uit te leggen is, maar omdat wij van u houden en geloven dat u de Waarheid bent. Nee, wij willen niet bij u weggaan! Samen met Petrus zeggen wij: "Naar wie zouden we moeten gaan, Heer? U spreekt woorden die eeuwig leven geven, en wij geloven en weten dat u de Heilige van God bent."

zaterdag 14 april 2007

Het ware brood uit de hemel

Toen vroegen ze: ‘Welk wonderteken kunt u dan verrichten? Als we iets zien zullen we in u geloven. Wat kunt u doen? Onze voorouders hebben immers manna in de woestijn gegeten, zoals geschreven staat: “Brood uit de hemel heeft hij hun te eten gegeven.”’ Maar Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader; hij geeft u het ware brood uit de hemel. Het brood van God is het brood dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld.’ ‘Geef ons altijd dat brood, Heer!’ zeiden ze toen. ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben. Johannes 6:30-35

REFLECTIE
De mensen die gezien hadden hoe Jezus een paar broden en vissen had vermenigvuldigd om een massa mensen te voeden, wilden hem koning maken. Maar Jezus trok zich terug op de berg, alleen.
's Avonds vertrokken zijn discipelen met de boot naar Kafarnaüm. Jezus had zelf geen boot nodig. Hij besloot naar de overkant te lopen en maakte daarbij geen omweg!
De mensen konden maar geen genoeg van Jezus krijgen. Niet dat ze hem echt wilden volgen, nee - zij volgden slechts hun eigen agenda's. Hun manier van volgen leek meer op belagen: hinderlijk achternazitten en voor de voeten lopen! En net als obsessieve stalkers gaven zij niet zo gauw de moed op. Toen zij Jezus niet konden vinden, besloten zij eveneens naar Kafarnaüm te gaan. De volgende dag komen zij Jezus daar inderdaad tegen, maar hij bestraft hen en zegt dat ze alleen maar komen omdat ze een gratis maaltijd willen hebben.

GEBED
Lieve Jezus, ik houd van u. U bent de Enige die ik echt nodig heb. Ik dank u voor alle zegeningen en wonderen in mijn leven, maar bovenal dank ik u omdat u het ware brood uit de hemel bent. U kwam als heilig manna naar beneden en wij moeten eerst neerbuigen voordat wij uw zegeningen tot ons kunnen nemen. U geeft ons kracht voor elke nieuwe dag.
Ja, al uw woorden zijn waar! Omdat u zo genadig bent, zijn wij nog in leven! Uw ontferming kent geen grenzen. Elke morgen schenkt u nieuwe weldaden – veelvuldig blijkt uw trouw! *
Heer, help ons alstublieft om volledig gericht te zijn op u en op hetgeen u van ons vraagt. Ik vertrouw erop dat u ons telkens weer zult zegenen, maar breng ons daarbij steeds in gedachten waarom u gekomen bent en leer ons om echte volgelingen van u te zijn.
* Klaagliederen 3:22-24

maandag 9 april 2007

Zodat er niets verloren gaat

Toen Jezus om zich heen keek en zag dat die menigte naar hem toe kwam, vroeg hij aan Filippus: ‘Waar kunnen we brood kopen om deze mensen te eten te geven?’ Hij vroeg dat om Filippus op de proef te stellen, want zelf wist hij al wat hij zou gaan doen. Filippus antwoordde: ‘Zelfs tweehonderd denarie zou niet voldoende zijn om iedereen een klein stukje brood te geven.’ Een van de leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei: ‘Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen – maar wat hebben we daaraan voor zoveel mensen?’ Jezus zei: ‘Laat iedereen gaan zitten.’ Er was daar veel gras, en ze gingen zitten; er waren ongeveer vijfduizend mannen. Jezus nam de broden, sprak het dankgebed uit en verdeelde het brood onder de mensen die er zaten. Hij gaf hun ook vis, zoveel als ze wilden. Toen iedereen volop gegeten had zei hij tegen zijn leerlingen: ‘Verzamel nu de overgebleven stukken brood, zodat er niets verloren gaat.’ Dat deden ze en ze vulden twaalf manden met wat overgebleven was van de vijf gerstebroden die men had gegeten. Johannes 6:5-13

REFLECTIE

Arme Filippus. Hij heeft een Meester die alles weet en alles kan, maar nu vraagt hij toch echt om het onmogelijke. “Vriend, zit er nog een beetje rek in ons budget? Denk je dat we nog wat geld over hebben om deze massa hongerige mensen te voeden?”
Filippus zucht. Zelfs met acht maandsalarissen zou het niet lukken om elk van deze mensen een enkel hapje te geven! Deze uitdaging is gewoonweg te groot, zelfs voor een trouwe, toegewijde leerling.
Gelukkig heeft Andreas een helder idee. Hij heeft de voorraad geïnventariseerd. Ha, goed nieuws! Andreas heeft een kleine jongen gevonden die zijn lunchpakketje wel wil delen. Wat kunnen we daarmee doen? Eens denken, als je vijf gerstebroden en twee vissen deelt door vijfduizend, dan… Nou ja, waar zijn we eigenlijk mee bezig? Dit is een belachelijk idee!
Oké, laten we dan proberen om dit samen op te lossen. Eens even rustig nadenken. Wat hebben we hier... een mensenmenigte en heel veel gras. Maar daar kunnen we alleen schapen een plezier mee doen. Wat hebben we nu echt nodig? Een machtige Meester die zijn zegeningen in een handomdraai vermenigvuldigt terwijl zijn verbouwereerde en hopeloos verdeelde leerlingen een beetje mogen assisteren bij de voedseldistributie.

GEBED
Lieve Jezus, soms lijkt het er wel op dat u het gewoon leuk vindt om ons voor een onmogelijke taak te stellen. Hoe kunnen we ooit alle individuele mensen op deze planeet bereiken? We voelen ons radeloos en machteloos en staan soms bijna op het punt de opdracht aan u terug te geven. Toch is dit precies wat u van ons vraagt: “Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend!”
Als ik denk aan de menskracht, het materiaal en de financiële middelen die we hiervoor nodig hebben, begin ik niet eens aan dit werk. Misschien kan ik deze levensgrote uitdaging beter in uw machtige handen geven? Gebruik ons Heer om niet een paar bevoorrechten, maar alle mensen te eten te geven. We rekenen erop dat u opnieuw het onvoorstelbare zult doen om dit mogelijk te maken. Daarom bieden we u dankbaar onze lunchpakketjes aan zodat u onze bescheiden bijdragen wonderlijk kunt vermenigvuldigen.

zondag 1 april 2007

De hemel is een geschenk, geen verdienste

U bestudeert de Schriften en u denkt daardoor eeuwig leven te hebben. Welnu, de Schriften getuigen over mij, maar bij mij wilt u niet komen om leven te ontvangen. Joh. 5:39,40

REFLECTIE
We kunnen zo gericht zijn op bijbelstudie en het verkrijgen van kennis dat we vergeten dat geloven allereerst een kwestie van luisteren en vertrouwen is. Natuurlijk moeten we in ons leven veel verstandige beslissingen nemen, maar de belangrijkste keuzes over liefde en leven maken we toch vooral met ons hart.
Net als de joodse leraren van de wet gaan we vaak op zoek naar aanwijzingen en proberen we de grote geloofskwesties in stukjes te breken om er wijs uit te kunnen worden. Maar als we zo te werk gaan, vergeten we dat ons geloof ons met de grootste mysteries van het leven en met Gods eeuwige wijsheid confronteert. We kunnen deze dingen slechts bezien vanuit een heel beperkt, mensenlijk perspectief. Waarom vinden we het toch zo moeilijk om ons gewoon aan Jezus over te geven en waarom kunnen we niet eenvoudig accepteren dat hij de enige bron van leven is? Kom bij Jezus met een berouwvol hart, vraag hem om vergeving, aanvaard zijn geschenk van genade en eeuwig leven. De hemel is een geschenk, geen verdienste. Je hoeft alleen maar 'Dank u, Heer Jezus!' te zeggen en de deur zal voor je opengaan.

GEBED
Lieve Heer, u gaf ons verstand en een wil om keuzes te maken. Er zijn zoveel goede dingen die wij met onze hersenen kunnen doen, maar vaak gebruiken we ons verstand vooral om te piekeren en wakker te liggen over relatief onbelangrijke dingen. Hier gaat het ten diepste om: u nam al onze schulden en droeg ze weg aan het kruis. Ik geloof met heel mijn hart dat u de dood verslagen hebt door na drie dagen uit het graf op te staan. Ik geloof dat u de Zoon van God bent en dat u alleen ons eeuwig leven kunt bieden. Diep in mijn hart heb ik een keuze gemaakt, ik heb mezelf overgeven aan uw liefde en ik wil u vol vertrouwen volgen. Begrijp ik dan altijd hoe u werkt? Nee, dat doe ik niet. Maar ik geloof dat Gods wegen hoger zijn dan mijn wegen en ik vertrouw u als mijn levensgids. Help me om andere mensen over u te vertellen; laat velen van hen hun harten openen voor uw boodschap van liefde zodat ook zij uw geschenk van genade en eeuwig leven mogen ontvangen!