maandag 29 oktober 2007

Wees niet ongerust

Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben. Jullie kennen de weg naar waar ik heen ga.’ Johannes 14:1-4

REFLECTIE

Jezus bereidt zijn leerlingen voor op zijn aanstaande vertrek. Het is opvallend dat Johannes al vanaf hoofdstuk 12 (van de 21) aandacht geeft aan de woorden die Jezus sprak over zijn naderende dood. We mogen eruit opmaken dat Jezus ook ruim de tijd genomen heeft om zijn vrienden hierop voor te bereiden.
Toch blijkt uit de gebeurtenissen hierna dat veel van de dingen die Jezus vooraf heeft gezegd, niet door zijn vrienden werden onthouden. Althans, ze grepen zich niet altijd direct vast aan de beloften van Jezus – ze raakten eerst in paniek en bedachten pas daarna wat Jezus voorzegd had…
Jezus zegt ons ook vandaag: “Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij.” Ook voor ons maakt de Meester Timmerman een huis waar we voor eeuwig thuis zullen zijn. Reken er maar op dat dat huis erg mooi zal zijn, maar belangrijker voor nu en voor later is de wetenschap dat we altijd zullen zijn waar Jezus is!

GEBED
Dank U, lieve Jezus voor al uw beloften. Er is bij U een thuis voor mij! Ik houd van thuiskomen, Heer. Ik vind het fijn om in een veilige, vertrouwde omgeving te zijn met de mensen om mij heen waar ik het meest van houd. Ik vind het fijn om ook nu al, in de stilte, bij U thuis te zijn.
U weet het, Jezus. In deze wereld is een huis niet voor iedereen een fijne plek. Ik bid U voor de mensen die veel meer redenen hebben dan ik om met hart en ziel te verlangen om hier weg te zijn. Geef uw kinderen de moed om te blijven vertrouwen. Geef hen de kracht om een thuis te maken – ook voor degenen die daar niet met liefde en dankbaarheid op reageren.
Dank U voor dit hemelse vooruitzicht dat staat als een huis: eens zullen we voor altijd bij U zijn. Als ik daaraan denk, kan ik bijna niet wachten. Maar ik wacht – niet in passiviteit of angst – maar in rustig vertrouwen op God en op U. Amen

maandag 22 oktober 2007

Liefde als kenmerk

‘Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’ Johannes 13:34,35

REFLECTIE

Na de voetwassing gaat Judas op weg om zijn Meester te verraden. Petrus belooft dat hij zijn leven voor zijn Meester wil geven en dat hij Hem overal zal volgen, maar Jezus antwoordt hem dat hij zijn Heer drie keer zal verraden nog voor de haan kraait.
Jezus zegt dat Hij terug zal gaan naar zijn Vader en Johannes geeft ons een uitgebreid verslag van de laatste instructies die de Meester heeft nagelaten voor zijn volgelingen. En dit is de instructie, het gebod, waar Jezus mee begint: heb elkaar lief.
Zelf heeft onze Heer het goede voorbeeld gegeven. Hij was neergeknield om het werk van een dienaar te doen en Hij zou zijn leven geven voor zijn vrienden. Maar voordat Hij naar de hemel terugkeert, vertelt Hij ons waar de mensen ons aan moeten herkennen: aan onze liefde voor elkaar.

GEBED
Lieve Jezus, in U is Gods liefde zichtbaar geworden. Ik hoop toch zo dat de mensen in mijn leven en in het leven van uw andere volgelingen diezelfde liefde zullen terugzien. Maar ik ben bang dat veel mensen vooral denken aan veroordeling, arrogantie en verdeeldheid wanneer zij uw volgelingen voor ogen hebben. Heb ik het mis, Heer?Hoe is het toch zo ver gekomen? Is het echt zo dat we de buitenwereld zo’n verkeerd beeld van U presenteren? Vergeef ons.
Grijp in, Heer Jezus. Werk door uw Geest in onze harten. Breek ons open, vul ons met uw Woord en met uw kracht, laat uw goedheid spreken uit onze levens, laat het zo zijn dat liefde voor elkaar ons meest opvallende kenmerk is! Verander ons naar uw beeld, Heer. Amen

maandag 15 oktober 2007

Jezus wist, Jezus weet

Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan. Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd. De duivel had intussen Judas, de zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet Jezus te verraden. Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven, dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan, stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had. Toen hij bij Simon Petrus kwam, zei deze: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’ Jezus antwoordde: ‘Wat ik doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.’ Johannes 13:1-7

REFLECTIE

Het was bijna Pesach, het feest dat was ingesteld om de bevrijding uit slavernij te gedenken. In de laatste dagen van hun gevangenschap in Egypte was een doodsengel voorbijgegaan aan de huizen waar de Joodse bewoners het bloed van een geslacht lam aan de deurposten en bovendorpel gestreken hadden. Dit bloed betekende redding.
In deze dagen voor Pesach werd het hele huis gereinigd van zuurdesem, zelfs het kleinste deeltje moest opgespoord en weggedaan worden.
Als je met deze geschiedenis in het achterhoofd leest over de voetwassing, over Petrus die aanvankelijk van mening was dat hij overgeslagen moest worden en over de verwijdering van Judas uit de kring van discipelen – direct hierna – dan gaat dit Bijbelgedeelte nog meer tot je hart en hoofd spreken.
Jezus wist dat hij alle macht van de Vader had gekregen. Hij wist wat er binnenkort met hem zou gaan gebeuren en hij wist wie hem zou gaan verraden. Toch knielde hij neer om de voeten van zijn leerlingen te wassen, óók die van Judas, de 'vriend' die hem binnenkort verraden zou.

GEBED
Lieve Heer Jezus. In ons leven gebeuren dingen die wij absoluut niet begrijpen. We mogen erop vertrouwen dat u precies weet wat er gebeurt, waarom het gebeurt en waartoe het gebeurt. U heeft alle macht in hemel en op aarde, en toch liet u toe dat er verdrietige, hartverscheurende dingen gebeurden in uw leven en in het leven van uw leerlingen. U wist waarom, u wist waartoe. U deed uw bovenkleed uit en knielde neer om het werk van een dienstknecht te doen. Dat was nog niets vergeleken bij het werk dat u nog te doen stond. Maar ook voor die taak bent u niet teruggeschrokken. Het offer van uw bloed is onze redding - u wast ons schoon van onze zonde. Dank U!

maandag 8 oktober 2007

Blijf in het licht

‘Nog een korte tijd is het licht bij u,’ antwoordde Jezus. ‘Ga uw weg zolang het licht is en laat de duisternis u niet overvallen; wie in het donker loopt weet niet waar hij heen gaat. Geloof in het licht zolang u het licht bij u hebt, dan bent u kinderen van het licht.’ Na deze woorden ging Jezus weg en hij hield zich voor hen schuil. (…) Jezus had luid en duidelijk gezegd: ‘Wie in mij gelooft, gelooft niet in mij, maar in hem die mij gezonden heeft, en wie mij ziet, ziet hem die mij gezonden heeft. Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in mij gelooft niet meer in de duisternis is.’ Johannes 12:35-36 en 44-46

REFLECTIE
Jezus had de menigte verteld dat de Mensenzoon weggenomen en van de aarde omhooggeheven moest worden. De mensen konden niet begrijpen wat Jezus met deze geheimzinnige woorden bedoelde. Sommige van hen geloofden dat Jezus de langverwachte Messias was, maar zij konden zich niet voorstellen dat hun Bevrijder niet voor altijd bij hen zou blijven. Zij hadden hun eigen verwachtingen op Jezus geprojecteerd en wilden niet dat hij hen zou verlaten. Maar dit hebben wij zojuist gelezen: ‘Na deze woorden ging Jezus weg en hij hield zich voor hen schuil.’
Wanneer wij onze eigen plannen nastreven en daarbij proberen om Jezus te manipuleren zodat hij doet wat wij willen, dan verliezen wij ons zicht op Jezus en op Degene die hij vertegenwoordigt. Wij hebben het licht van Christus nodig om ons te verlichten, om ons de weg van God te tonen en om ons van de duisternis die in deze wereld heerst te bevrijden.

GEBED
Lieve Heer Jezus, help me om uw Woord te begrijpen. Ik heb uw licht nodig zodat ik kan ontdekken wat er in mijn leven moet veranderen. Ik heb uw licht ook nodig om het juiste perspectief te krijgen op de vragen waar ik mee geconfronteerd word. Ik wil niet in de duisternis blijven, maar ik wil mijn oog op u richten en door u op Degene in Wie in het geheel geen duisternis is. Beschijn mijn weg, trouwe Heer. Ik stel mijn vertrouwen op u en ik dank u voor het licht dat u bracht in deze wereld en in mijn hart! Laat mij uw licht weerkaatsen zodat de wereld kan zien dat ik van u ben.