maandag 26 maart 2007

Het is een feit!

Waarachtig, ik verzeker u: wie luistert naar wat ik zeg en hem gelooft die mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven; over hem wordt geen oordeel uitgesproken, hij is van de dood overgegaan naar het leven.
Ik verzeker u: er komt een tijd, en het is nu al zover, dat de doden de stem van Gods Zoon zullen horen en dat wie hem horen, zullen leven.
Johannes 5:24,25

REFLECTIE
De Waarheid verkondigt de waarheid - Geen twijfel aan mijn Heer Jezus Christus! Vandaag ga ik in vast vertrouwen op weg. Ik heb de woorden van mijn Heer verstaan en ik geloof dat Hij de absolute waarheid over zijn Vader verteld heeft. Ik ben niet perfect in de ogen van andere mensen en ik weet dat ik verre van volmaakt ben in mijn eigen ogen. Mijn hart blijft mij vaak veroordelen, maar God is veel groter dan mijn hart en ik ben geheiligd in Christus. Ik sta op Gods beloften en ben niet te trots om zijn geschenk met beide handen aan te nemen. Vandaag wil ik een levend bewijs van genade zijn: Jezus leeft in mij!

GEBED
Ja, Vader, het is een feit! Uw Zoon sprak de waarheid en niets dan de waarheid. U hebt hem de woorden gegeven en de autoriteit om de waarheid daarvan met kracht te onderstrepen. Alsof zijn uitspraken al niet indrukwekkend genoeg waren, deed Hij wonderen om de laatste sporen van twijfel weg te nemen. Met mijn hele hart geloof ik in zijn kracht en ik heb het wonder van nieuw leven ontvangen. Heer, geef me het vertrouwen om te blijven staan op uw beloften; geef me de zekerheid dat U mij niet veroordeelt, geef me de overtuiging dat mijn ziel al veilig aan de andere kant van de grote kloof is aangekomen. Het is nog slechts een kwestie van tijd en dan zal alles hersteld zijn. Terwijl ik wacht op de vervulling van al uw beloften, zie ik de voortekenen van de eeuwige glorie die op ons wacht. Ja, ik zie uit naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde waar gerechtigheid woont!

maandag 19 maart 2007

Wachten op het wonder

Daarna was er een Joods feest, en Jezus ging naar Jeruzalem. In Jeruzalem is bij de Schaapspoort een bad met vijf zuilengangen dat in het Hebreeuws Betzata heet. Daar lag een groot aantal zieken, blinden, kreupelen en misvormden.
Er was ook iemand bij die al achtendertig jaar ziek was. Jezus zag hem liggen; hij wist hoe lang hij al ziek was en zei tegen hem: ‘Wilt u gezond worden?’ De zieke antwoordde: ‘Heer, als het water gaat bewegen is er niemand om mij erin te helpen; ik probeer het wel, maar altijd is een ander al vóór mij in het water.’ Jezus zei: ‘Sta op, pak uw mat op en loop.’ En meteen werd de man gezond: hij pakte zijn slaapmat op en liep. Johannes 5:1-9

REFLECTIE
‘Wilt u gezond worden?’ Lieve Jezus, waarom stelde U zo'n merkwaardige vraag? U zag deze invalide man daar liggen en U wist hoe lang hij al ziek was - welk antwoord verwachtte U van hem te horen? Natuurlijk wilde die arme kerel beter worden! Er moet iets zijn wat ik over het hoofd zie, er moet een of ander geheim verborgen liggen in uw vreemde vraag… Hoe dan ook, ik vertrouw erop dat uw woorden liefdevol en vriendelijk klonken, want zo ken ik U!
Ik kan deze vreemde dialoog alleen begrijpen wanneer ik me verplaats in de situatie van de verlamde man. Als ik me probeer voor te stellen hoe het moet zijn om zo lang op een wonder te wachten, kan ik begrijpen dat je er uiteindelijk niet meer in gelooft. Maar deze eenzame, zieke man had geen keuze – hij kon alleen nog hopen op een dubbel wonder. Eerst had hij een medemens nodig die hem in het badwater zou laten zakken wanneer dit in beweging kwam; daarna had hij een wonder van God nodig om in dat water te genezen. Realistisch gezien is zo'n gecombineerd wonder niet te verwachten. Maar daar ligt de man, wellicht nog altijd hopend op een wonder, misschien alleen berustend in zijn hopeloze situatie. Wie weet had hij de moed al lang geleden opgegeven en had hij zich geschikt in zijn lot. En plotseling bent U daar: God-in-mens die naar hem omziet...

GEBED
Lieve Jezus, zonder uw genade ben ik een hopeloos geval. Ik hoef U niet te vertellen hoe uitzichtloos mijn situatie is, want dat weet U wel. Toch stelt U mij deze pijnlijke vraag: ‘Wil je gezond worden?’ Welk antwoord verwacht U van me, Heer? Ik ben niet te trots om mijn hulpeloosheid toe te geven. Ik ben reddeloos verloren zonder U! Ja, Heer, ja! Ik wil graag bevrijd worden van de verlammende zonde die mij gevangen houdt! Laat mij niet kansloos achter, zoals mijn medemensen doen die geen raad meer weten met mijn situatie. Zie naar mij om Heer, vraag naar de bekende weg, breng het water van genezing in beweging en red me door uw genade!
Heer, ik wil de moed niet opgeven en mijn droom niet loslaten. Ik geloof nog altijd in een perfecte wereld, ik geloof nog steeds dat we op een dag allemaal volledig genezen zullen zijn. Wat een dag zal dat zijn! Tot het zo ver is, vraag ik U om onze kracht te herstellen, onze hoop te vernieuwen, onze geest te versterken en - dat is het allerbelangrijkste - onze verloren zielen te redden!

zondag 11 maart 2007

Geloof Hem op zijn woord

Hij ging in Galilea weer naar Kana, waar hij van water wijn had gemaakt.
Er was daar een hoveling uit Kafarnaüm wiens zoon ziek was. Omdat hij gehoord had dat Jezus uit Judea naar Galilea was teruggekeerd, was hij naar hem toe gekomen, en nu vroeg hij of Jezus mee wilde gaan om zijn zoon, die op sterven lag, te genezen. Jezus zei tegen hem: ‘Als jullie geen tekenen en wonderen zien, geloven jullie niet!’ Maar de hoveling drong aan: ‘Heer, ga toch mee, voordat mijn kind sterft.’ ‘Ga maar naar huis,’ zei Jezus, ‘uw zoon leeft.’ De man geloofde wat Jezus tegen hem zei en ging weg. En terwijl hij nog onderweg was, kwamen zijn dienaren hem al tegemoet om te zeggen dat zijn kind in leven was. Hij vroeg hun sinds wanneer het beter met hem was gegaan. Ze zeiden: ‘Gisteren, een uur na de middag, is de koorts verdwenen.’ De vader besefte dat dat het moment was dat Jezus tegen hem gezegd had ‘uw zoon leeft’. Hij kwam tot geloof, hij en al zijn huisgenoten. Dit deed Jezus toen hij uit Judea naar Galilea was teruggekeerd; het was zijn tweede wonderteken. Johannes 4:46-54

REFLECTIE
Volgens Johannes was de genezing van de zoon van de hoveling Jezus' tweede wonderteken. Het eerste wonder verrichtte Jezus tijdens de bruiloft te Kana, waar hij water in wijn had veranderd. Johannes wijst met nadruk op deze wondertekenen, omdat we gemakkelijk onder de indruk komen van spectaculaire gebeurtenissen, terwijl we voorbijgaan aan het doel en de diepere betekenis van dergelijke wonderen.
Sta eens stil bij de eerste reactie die Jezus geeft wanneer de hoveling hem aanspreekt. Deze wanhopige vader was van Kafarnaüm naar Kana gekomen om Jezus uit te nodigen voor een bezoek aan zijn huis, om daar zijn doodzieke zoon te genezen. Jezus zei tegen hem: “Als jullie geen tekenen en wonderen zien, geloven jullie niet.” Vergeet niet dat deze woorden in het juiste verband gelezen moeten worden. Jezus was zojuist teruggekeerd uit Samaria, waar de mensen hem hadden aanvaard als de Christus, de Redder van de wereld. Maar in dit gebied, in zijn eigen thuisland, werd Jezus door zijn Galileese volksgenoten niet geaccepteerd. Jezus werd in zijn vaderland niet geëerd – men wilde alleen een wonder zien of een spectaculaire schoonmaakactie meemaken, zoals in de tempel. Maar deze keer gebeurt het wonder buiten het gezichtsveld van de nieuwsgierige menigte. De bezorgde vader geloofde Jezus op zijn woord en vertrouwde erop dat de Heer zijn zoon op afstand kon genezen, gewoon door te zeggen: “Ga maar naar huis. Uw zoon leeft.”

GEBED
Trouwe Heer, dank u voor dit prachtige geloofsgetuigenis van een vader – we weten niet eens hoe hij heet – maar u verhoorde zijn gebed zonder de op sensatie beluste toeschouwers een aanleiding te geven om alleen maar over u te praten. Soms raakte u mensen aan, soms probeerde zij zo dicht mogelijk bij u in de buurt te komen om aangeraakt en genezen te worden – maar in dit geval verrichtte u een wonder op afstand. Vandaag kunnen wij niet lichamelijk bij u in de buurt komen, maar wij willen uw aanwezigheid zoeken met het oprechte geloof van deze vader. Wij vertrouwen erop dat u nog steeds wonderen op afstand kunt doen en dat u onze zuivere motieven herkent wanneer wij u benaderen met een eerlijk gebed. Wij kunnen u niet zien met onze menselijke ogen, maar we weten dat we u nog altijd op uw woord kunnen geloven.

zondag 4 maart 2007

Vergeet je waterkruik

De vrouw liet haar kruik staan, ging terug naar de stad en zei tegen de mensen daar: ‘Kom mee, er is iemand die alles van mij weet. Zou dat niet de messias zijn?’ Toen gingen de mensen de stad uit, naar hem toe. Johannes 4:28-30

REFLECTIE
Ik moet nog zoveel doen. Mijn hoofd loopt over van belangrijke zaken en mijn agenda staat vol met afspraken, vergaderingen, verplichtingen. Soms word ik zo moedeloos van dat gejaag en gezwoeg - er zijn dagen dat ik alles van me af wil gooien; dagen dat ik neer wil ploffen om de drukte te vergeten en even niets meer te moeten!
Wie zit daar bij de bron? Zal ik hem aanspreken? Zal hij de tijd en moeite nemen om naar mij te luisteren?
Jazeker - ik vertrouw hem. Hij hoeft maar iets te vragen en ik stort mijn hele hart bij hem uit. Leeg ben ik, volkomen uitgeput. Maar hij heeft me door - en het vreemde is: zijn aanwezigheid en woorden zijn niet bedreigend maar bevrijdend! Ik kies ervoor om hier neer te knielen. Alles weet hij, alles mag hij van me weten. Niets is nu belangrijker - ik kom op verhaal bij mijn Redder en Heer en zie de weerspiegeling van zijn hemelse schoonheid door mijn tranen heen.

GEBED
Dank u, lieve Jezus. Ik mag eerlijk zijn en hoef voor u niets geheim te houden. U luistert aandachtig en bevestigt wat ik diep in mijn hart al weet: ik ben verkeerd bezig. Toch verdrinkt u mij niet in een woordenvloed van veroordeling, maar spoelt u mij schoon met een verkwikkend bad van vergeving. Nog nooit heb ik me zo bevrijd en vervuld gevoeld!
Wat zou ik me nog druk maken? Uw woorden zijn zo hemels, dat ik los kan komen van al die aardse dingen die nog maar kort geleden van levensbelang leken. Uw liefde werkt zo genezend, dat ik me niet langer in kan houden! Na zo'n bad van liefde moet ik wel overeind komen, alles achterlaten en anderen gaan vertellen dat de Redder gekomen is. U bent mijn onuitputtelijke bron van vergeving, blijdschap en vrede en iedereen mag dat weten!

Vergeet je waterkruik
Vergeet je waterkruik
Wie denkt nog aan drinken
Als de Levensbron Zelf
Met woorden van liefde
Je hart heeft gevuld?

Vergeet je waterkruik
Nu gaat het om jou, vrouw
Loop over van blijdschap

Verlies je beheersing
Verdrink elke traan

Vergeet je waterkruik

Blijf niet langer zitten
Hij Zelf richt je op
Je hart is genezen
Gevuld tot de rand


Vergeet je waterkruik
Wat heb je nog nodig?
Ren naar de stad
Vertel alle mensen

De Redder is hier!