maandag 19 maart 2007

Wachten op het wonder

Daarna was er een Joods feest, en Jezus ging naar Jeruzalem. In Jeruzalem is bij de Schaapspoort een bad met vijf zuilengangen dat in het Hebreeuws Betzata heet. Daar lag een groot aantal zieken, blinden, kreupelen en misvormden.
Er was ook iemand bij die al achtendertig jaar ziek was. Jezus zag hem liggen; hij wist hoe lang hij al ziek was en zei tegen hem: ‘Wilt u gezond worden?’ De zieke antwoordde: ‘Heer, als het water gaat bewegen is er niemand om mij erin te helpen; ik probeer het wel, maar altijd is een ander al vóór mij in het water.’ Jezus zei: ‘Sta op, pak uw mat op en loop.’ En meteen werd de man gezond: hij pakte zijn slaapmat op en liep. Johannes 5:1-9

REFLECTIE
‘Wilt u gezond worden?’ Lieve Jezus, waarom stelde U zo'n merkwaardige vraag? U zag deze invalide man daar liggen en U wist hoe lang hij al ziek was - welk antwoord verwachtte U van hem te horen? Natuurlijk wilde die arme kerel beter worden! Er moet iets zijn wat ik over het hoofd zie, er moet een of ander geheim verborgen liggen in uw vreemde vraag… Hoe dan ook, ik vertrouw erop dat uw woorden liefdevol en vriendelijk klonken, want zo ken ik U!
Ik kan deze vreemde dialoog alleen begrijpen wanneer ik me verplaats in de situatie van de verlamde man. Als ik me probeer voor te stellen hoe het moet zijn om zo lang op een wonder te wachten, kan ik begrijpen dat je er uiteindelijk niet meer in gelooft. Maar deze eenzame, zieke man had geen keuze – hij kon alleen nog hopen op een dubbel wonder. Eerst had hij een medemens nodig die hem in het badwater zou laten zakken wanneer dit in beweging kwam; daarna had hij een wonder van God nodig om in dat water te genezen. Realistisch gezien is zo'n gecombineerd wonder niet te verwachten. Maar daar ligt de man, wellicht nog altijd hopend op een wonder, misschien alleen berustend in zijn hopeloze situatie. Wie weet had hij de moed al lang geleden opgegeven en had hij zich geschikt in zijn lot. En plotseling bent U daar: God-in-mens die naar hem omziet...

GEBED
Lieve Jezus, zonder uw genade ben ik een hopeloos geval. Ik hoef U niet te vertellen hoe uitzichtloos mijn situatie is, want dat weet U wel. Toch stelt U mij deze pijnlijke vraag: ‘Wil je gezond worden?’ Welk antwoord verwacht U van me, Heer? Ik ben niet te trots om mijn hulpeloosheid toe te geven. Ik ben reddeloos verloren zonder U! Ja, Heer, ja! Ik wil graag bevrijd worden van de verlammende zonde die mij gevangen houdt! Laat mij niet kansloos achter, zoals mijn medemensen doen die geen raad meer weten met mijn situatie. Zie naar mij om Heer, vraag naar de bekende weg, breng het water van genezing in beweging en red me door uw genade!
Heer, ik wil de moed niet opgeven en mijn droom niet loslaten. Ik geloof nog altijd in een perfecte wereld, ik geloof nog steeds dat we op een dag allemaal volledig genezen zullen zijn. Wat een dag zal dat zijn! Tot het zo ver is, vraag ik U om onze kracht te herstellen, onze hoop te vernieuwen, onze geest te versterken en - dat is het allerbelangrijkste - onze verloren zielen te redden!