maandag 25 februari 2008

Hier is hij, de mens

Toen liet Pilatus Jezus geselen. De soldaten vlochten een kroon van doorntakken, zetten die op zijn hoofd en deden hem een purperen mantel aan. Ze liepen naar hem toe en zeiden: ‘Leve de koning van de Joden!’, en ze sloegen hem in het gezicht. Pilatus liep weer naar buiten en zei: ‘Ik zal hem hier buiten aan u tonen om u duidelijk te maken dat ik geen enkel bewijs van zijn schuld heb gevonden.’ Daarop kwam Jezus naar buiten, met de doornenkroon op en de purperen mantel aan. ‘Hier is hij, de mens,’ zei Pilatus. (Johannes 19:1-5)

REFLECTIE

Welke dreiging ging er van Jezus uit? We weten dat Hij in heilige verontwaardiging de tempel reinigde van uitbuiters en dieven, maar nergens lezen we dat Hij mensen opriep om zich met geweld te verzetten tegen de Romeinse bezetter of de Joodse leiders. In tegendeel, Jezus riep op tot een levenshouding van liefde, verdraagzaamheid, mildheid en vergeving. Wie kan daar iets tegen hebben?
Op de beschuldiging van godslastering hadden de Joden hun eigen wetgeving (die van Mozes) kunnen toepassen. Dood door steniging was dan het gevolg geweest. Maar klaarblijkelijk had men een nog wredere, vernederende dood voor Jezus in gedachten en de executie moest worden uitgevoerd door de Romeinen. Met een mix van manipulatie en valse beschuldigingen zorgen de Joodse leiders ervoor dat Jezus sterft op een wijze die precies past bij de profetieën uit hun eigen geschriften. De vernedering van Jezus betekende uiteindelijk zijn verhoging. De bespotting draaide uit op zijn verheerlijking. Zijn dood werd de toegang tot eeuwig leven.

GEBED
Trouwe Heer, U die alle macht in hemel en op aarde hebt, U die met een zucht al uw tegenstanders had kunnen wegvagen, U onderging de spot en vernedering met waardigheid en kracht. Alles wat U zei kwam voort uit liefde voor ons en gehoorzaamheid aan uw Vader. Niets wat U deed verdiende afkeuring of straf. En nog altijd zijn er mensen die met U spotten en die met een duivels genoegen uw Naam door het slijk halen. Dat zegt niets over U, maar alles over deze mensen.
Er komt een dag dat wij met U als overwinnaars zullen heersen. Er komt een dag dat alle spotters voorgoed het zwijgen wordt opgelegd. Er komt een dag dat U, rechtvaardige Rechter, een zuiver oordeel zult vellen. Bewaar uw kinderen, sterk ons tot die tijd door uw Woord en uw Geest. En als wij moeten lijden om uw naam, dan is dat slechts tot eer van U. Amen

maandag 18 februari 2008

En nu nog de juiste antwoorden

Nu ging Pilatus het pretorium weer in. Hij liet Jezus bij zich komen en vroeg hem: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Jezus antwoordde: ‘Vraagt u dit uit uzelf of hebben anderen dit over mij gezegd?’ ‘Ik ben toch geen Jood,’ antwoordde Pilatus. ‘Uw volk en uw hogepriesters hebben u aan mij uitgeleverd – wat hebt u gedaan?’ Jezus antwoordde: ‘Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. Als mijn koningschap bij deze wereld hoorde, zouden mijn dienaren wel gevochten hebben om te voorkomen dat ik aan de Joden werd uitgeleverd. Maar mijn koninkrijk is niet van hier.’ Pilatus zei: ‘U bent dus koning?’ ‘U zegt dat ik koning ben,’ zei Jezus. ‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat ik zeg.’ Hierop zei Pilatus: ‘Maar wat is waarheid?’ Johannes 18:33-38

REFLECTIE
Pilatus dacht dat hij heel wat was. Hij liet de Koning der koningen bij zich komen voor een kort verhoor. Hij zat niet te wachten op onrust in het gebied waar hij namens de Romeinse bezetter de orde moest handhaven. Wat waren dat voor verhalen over die merkwaardige man die door zijn volksgenoten bij hem was gebracht? Beweerde deze Jood echt dat hij een koning was?
Jezus antwoordt - zoals wel vaker - met een scherpe tegenvraag. De rollen zijn direct omgekeerd. Rustig legt Jezus hem uit dat Hij niet gekomen is om een gewelddadige revolutie in gang te zetten, maar om de waarheid wereldkundig te maken. Pilatus heeft nog een vraag over: 'Maar wat is waarheid?'
Tja, sommige mensen staan oog in oog met de waarheid maar zijn zo vol van hun eigen wijsheid dat zij het antwoord op hun slimme vragen niet zien. Maar er komt een dag dat elke knie zich zal buigen voor mijn Heer!

GEBED
Heer Jezus, opnieuw sta ik versteld van u. Elk woord dat u sprak was waar en elke vraag of tegenvraag die u stelde was scherp als een zwaard. Ik ben zo dankbaar dat we nu weten waarom u naar deze wereld bent gekomen en wat u voor ons hebt gedaan. De waarheid is door u en in u tot ons gekomen en onze ogen en harten zijn voor u opengegaan. U bent gekomen om van de waarheid te getuigen en wij zijn geroepen om uw getuigen te zijn. Help ons Heer, om de juiste vragen te stellen en door uw Woord en Geest wijze antwoorden aan de mensen te geven. Uw Woord is de waarheid! Amen

maandag 11 februari 2008

Prijsgegeven om ons vrij te kopen

Jezus werd van Kajafas naar het pretorium gebracht. Het was nog vroeg in de morgen. Zelf gingen ze niet naar binnen, om zich niet te verontreinigen voor het pesachmaal. Daarom kwam Pilatus naar buiten en vroeg: ‘Waarvan beschuldigt u deze man?’ Ze antwoordden: ‘Als hij geen misdadiger was, zouden we hem niet aan u uitgeleverd hebben.’ Pilatus zei: ‘Neem hem dan mee, en veroordeel hem volgens uw eigen wet.’ Maar de Joden wierpen tegen: ‘Wij hebben het recht niet om iemand ter dood te brengen.’ Zo ging de uitspraak van Jezus in vervulling waarin hij aanduidde welke dood hij sterven zou. Johannes 18:28-31

REFLECTIE

Waarom is Jezus eigenlijk niet gestenigd als een valse profeet? Nee, ik zeg natuurlijk niet dat hij een valse profeet was, maar ik probeer te begrijpen waarom de religieuze leiders van Israël destijds het vuile werk door de Romeinse bezetter lieten doen.
Jezus wordt van het kastje naar de muur gezonden. Tijdens deze gang van zaken worden diverse juridische procedures geschonden - degenen die Jezus veroordelen storen zich in dit bijzondere geval niet aan de wetsregels van hun eigen Talmud. Kennelijk hebben de vijanden van Jezus haast. Ze brengen hem naar Pilatus, maar blijven zelf buiten staan. Vrome joodse mannen zouden zich kunnen verontreinigen door het huis van een heiden binnen te gaan. Kennelijk vonden deze zelfde 'vrome' mannen het geen probleem om een volmaakt onschuldige volksgenoot op valse gronden aan de Romeinse bezetter over te leveren. Hun schijnheiligheid spreekt boekdelen en met hun handelswijze zorgden ze er zelf voor dat de profetieën over Jezus' veroordeling en dood in vervulling gingen. Hoe blind kun je zijn!

GEBED
Lieve Jezus, ik weet dat het zo'n tweeduizend jaar geleden is, maar vandaag nog kan ik woedend worden over het onrecht dat u is aangedaan. Wat waren dit voor mensen? Ze wilden zich niet verontreinigen, zo vlak voor het pesachfeest, maar ze maakten zich wel schuldig aan uw onrechtmatige veroordeling. Door hun gemanipuleer met de waarheid werd u, het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt, naar de slachtbank geleid. O Heer, wat is u een onrecht aangedaan!
Maar u had vooraf gezegd dat u van de aarde omhooggeheven zou worden* en uw vijanden hebben ervoor gezorgd dat dit letterlijk zo in vervulling is gegaan.
Dank u, trouwe Heer, dat u onrecht en vernedering wilde ondergaan en dat u zichzelf wilde prijsgeven om ons vrij te kopen. Amen

*Johannes 12:32

(Illustratie David Sörensen)

maandag 4 februari 2008

Maak ons sterk en moedig


Simon Petrus liep met een andere leerling achter Jezus aan. Deze andere leerling kende de hogepriester en ging met Jezus het paleis van de hogepriester in, maar Petrus bleef buiten bij de poort staan. Daarop kwam de andere leerling, de kennis van de hogepriester, weer naar buiten; hij sprak met de portierster en nam Petrus mee naar binnen. Het meisje sprak Petrus aan: ‘Ben jij soms ook een leerling van die man?’ ‘Nee, ik niet,’ zei hij. (Johannes 18:15-17)

REFLECTIE
Nooit eerder is mij opgevallen dat 'een andere leerling' het paleis van de hogepriester is binnengegaan. Ik geloof dat Johannes, de schrijver van dit evangelie, hier over zichzelf schrijft. Dit verklaart ook hoe hij ons kan vertellen wat er binnen het paleis is gezegd en gedaan.
Johannes, de leerling die Jezus liefhad, neemt grote persoonlijke risico's. Hij is het die bij Jezus blijft wanneer deze gearresteerd en verhoord wordt, hij is het die aan de voet van het kruis staat - bij Maria, de moeder van Jezus. Johannes wil zijn eigen dappere gedrag niet te veel laten afsteken bij het minder fraaie gedrag van zijn broeder Petrus. Maar er is geen ontkennen aan - hij moet ook de waarheid over Petrus vertellen: de stoere man die eerst nog het zwaard hanteert om Jezus te beschermen, bezwijkt onder de druk als de dreiging voor hem te groot wordt.

GEBED
Heer, wat ben ik blij dat er tenminste nog één leerling was die niet van uw zijde week. Johannes plaatst hier niet zichzelf in de schijnwerpers, hij houdt de blik gericht op U. Hij laat ons ook getuige zijn van een zwak moment van Petrus - de stoere discipel die tot drie keer toe ontkende dat hij bij U hoorde. We weten gelukkig dat Petrus verschrikkelijk spijt kreeg van zijn ontkennende woorden en dat Hij door U weer in liefde is aangenomen.
Maak mij toch trouw en sterk als Johannes. Hij was misschien niet de opvallendste kerel in uw gezelschap, maar wat heeft hij ons een prachtig voorbeeld van liefde en trouw gegeven. Ik denk dat ik nu wel begrijp waarom U zoveel van deze leerling hield. Maar Petrus was U ook lief en U wist ook wel dat hij niet minder van U hield. Vergeef ons al die momenten waar we U en onszelf beschaamd hebben. Maak ons sterk en moedig zodat U trots op ons kunt zijn. Amen

Source illustration: Inkwell Greetings