
REFLECTIE
Jezus liep over het terrein van de tempel toen het feest van de tempelwijding werd gevierd. (Het feest van het licht - ook bekend als het Joodse feest Chanoeka). Het was winter. Opnieuw bestookten de joodse leiders Jezus met hun vragen. Beweerde Hij werkelijk dat Hij de Christus, de beloofde Messias was? Jezus gebruikt weer de metafoor van de herder en zijn schapen. En Hij geeft de religieuze leiders het antwoord waar zij kennelijk op uit waren: "de Vader en ik zijn één". Kon Hij nog duidelijker zijn? De joodse leiders rapen stenen op vanwege deze 'godslasterlijke' uitspraak. Maar Jezus schakelt zijn tegenstanders uit met een paar intrigerende vragen. Bedenk dat deze mannen de Hebreeuwse Schriften uit hun hoofd kenden en dat Jezus hen al het bewijs geleverd had om overtuigd te worden van de waarheid. Hoeveel licht hadden deze mensen nodig om hun langverwachte Messias te herkennen?
Jezus haalt Psalm 82:6 aan om zijn tegenstanders het zwijgen op te leggen. Het is interessant om dit vers in de context te lezen, want Joodse leiders waren erop getraind om bijbelcitaten in het juiste verband te plaatsen: "U toont geen inzicht, geen begrip, en doolt in duisternis rond, de aarde wankelt op haar grondvesten. Ooit heb ik gezegd: "U bent goden, zonen van de Allerhoogste, allemaal." Toch zult u sterven als mensen, ten val komen als aardse vorsten.' ( Psalm 82:5-7)
GEBED
Lieve Heer Jezus, de vragen van uw tegenstanders werden door U met superieure tegenvragen beantwoord. U toonde duidelijk aan dat er geen enkele reden was om U als Messias, als Zoon van God, af te wijzen. Voor de ogen van deze mensen had U de profetieën vervuld en niemand kon uw rechtmatige aanspraken weerleggen. Ja, Jezus, Zoon van de Allerhoogste, uw heldere, hemelse licht scheen in de duisternis van deze wereld, maar sommige mensen geven er blijkbaar de voorkeur aan om te blijven leven in hun schaduwwereld van twijfel en ongeloof. Maar op een dag zal elke knie voor U buigen en elke tong zal belijden dat U Heer bent! Niemand is in staat U uw glorie te ontnemen! Ik dank U voor het Licht waarmee U ons beschenen hebt en ik dank U omdat U mij voorgoed uit de duisternis hebt bevrijd. Amen!